Rundvee

Al onze dierenartsen zijn 'geborgde rundveedierenartsen'. Wij verlenen zowel curatieve als preventieve zorg aan melk- en vleesvee, op koppelniveau en aan individuele dieren. Door regelmatig deel te nemen aan diverse nascholingsprogramma's en cursussen, blijven wij op de hoogte van de nieuwste kennis en ontwikkelingen op rundveegebied.

Hieronder kunt u lezen wat wij onze rundveehouders te bieden hebben. Heeft u naar aanleiding hiervan vragen of staat uw onderwerp er niet bij, neem dan gerust contact met ons op.

  • Onderzoek & behandeling zieke dieren
  • Operaties
  • Onthoornen
  • Bedrijfsbegeleiding
  • Begeleiden van bestrijdingsprogramma's / diergezondheidsprogramma's
  • Noodslachting
  • Rantsoenbeoordeling & voedingsadvies
  • Aanvullend onderzoek

Onderzoek & behandeling zieke dieren

De laatste jaren verschuift het werk van de rundveedierenarts steeds meer van 'zieke dieren beter maken' naar 'voorkomen dat dieren ziek worden'. Immers, door zieke dieren en bedrijfsproblemen te voorkomen, worden tijd, geld en moeite bespaard en daarom wordt de preventieve diergezondheidszorg steeds belangrijker. Maar natuurlijk kunnen we ziekte niet altijd voor zijn. Voor onder andere lebmaag- en darmdraaiingen, baarmoederdraaiingen of ontstekingen aan de uier, longen, baarmoeder of het beenwerk wordt nog regelmatig onze hulp ingeroepen.

Als er op een bedrijf een koe ziek is, beschikken wij over de kennis en kunde tot een diagnose te komen en, in overleg met u als veehouder, eventueel tot een behandeling over te gaan. Als behandeling niet het gewenste resultaat heeft, kan in overleg met de dierenarts en soms na verder onderzoek, de behandeling aangepast worden. Uiteraard zullen wij er in veel gevallen ook bij stilstaan hoe problemen in de toekomst vermeden kunnen worden.

Tenslotte kunt u ook altijd onze hulp inroepen bij verlossingen en keizersneden.

Operaties

In sommige gevallen kan het niet anders dat een operatie deel uitmaakt van de behandeling van een dier. Denkt u hierbij aan lebmaag- en darmdraaiingen en keizersneden, al dan niet met een baarmoederdraaiing. Wij voeren deze operaties in onze praktijk met regelmaat uit. Tot andere operatieve mogelijkheden bij rundvee behoren bijvoorbeeld navelbreukoperaties bij kalveren en staartamputaties en speenoperaties, die veelal nodig zijn na verwondingen. De beslissing om wel of niet te opereren wordt vaak ter plaatse door de dierenarts gemaakt, na onderzoek van het dier.

Onthoornen

Het verwijderen van de hoorngroeipunten bij kalveren, oftewel 'onthoornen', is een veel uitgevoerde ingreep, die zonder verdoving uiterst pijnlijk is voor het kalf. Volgens de huidige wetgeving mag geen enkele pijnlijke ingreep uitgevoerd worden zonder te verdoven. Wanneer u het onthoornen overlaat aan uw dierenarts, zal deze als eerste de kalveren een slaapmiddel geven, en vervolgens de zenuwen naar de hoornpunten verdoven, zodat het kalf niks voelt van de ingreep.

U kunt er als veehouder ook voor kiezen de dierenarts alleen te vragen de kalveren onder narcose te brengen en te verdoven, waarna u zélf onthoornt. Onthoornen is toegestaan bij kalveren vanaf een leeftijd van 2 weken tot 2 maanden.

Bedrijfsbegeleiding

Als praktijk bieden wij bedrijfsbegeleiding op maat aan om samen met u een zo goed mogelijk bedrijfsresultaat te behalen en de efficiëntie van uw bedrijf te verbeteren. Deelnemen aan bedrijfsbegeleiding betekent dat er met regelmaat dezelfde dierenarts bij u op bezoek komt. Omdat wij het belangrijk vinden dat uw begeleidend dierenarts weet wat er speelt op uw bedrijf, proberen wij een vaste dierenarts aan uw bedrijf te koppelen. Het spreekt voor zich dat dit van beide kanten moet klikken. Voor (spoed)visites overdag en buiten openingsuren kunt u echter door elke dierenarts worden geholpen. De bezoekfrequentie van bedrijfsbegeleidingen kiest u zelf en varieert meestal van eens per 4, 6 tot 8 weken. Mogelijke handelingen tijdens deze bedrijfsbegeleiding zijn onder meer:

PIR-DAP

Naast de werkzaamheden bij de dieren zelf, kunt u er als veehouder ook voor kiezen deel te nemen aan PIR-DAP. PIR-DAP staat voor Partners in Rendement - Dierenartsenpraktijk. Dit is een samenwerkingsverband tussen de KNMvD (Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde), CR-Delta en Zoëtis. Deelnemen aan PIR-DAP betekent dat u toestaat dat de dierenarts uw kengetallen van productie, uiergezondheid en vruchtbaarheid kan inzien op een beveiligde website. Het voordeel is dat uw dierenarts over uw schouder mee kan kijken en u aan de hand van de kengetallen en zijn of haar kennis over uw bedrijf, gerichte en onafhankelijke adviezen kan geven van allerlei aard.

Ook wanneer u niet deelneemt aan de PIR-DAP kunt u van uw dierenarts tijdens bedrijfsbegeleiding informatie en advies krijgen over onderwerpen waar u vragen over heeft, bijvoorbeeld de melkcontrole, uiergezondheid, huisvesting, jongveeopfok, voeding & mineralenvoorziening, optimaliseren van de gezondheidsstatus, ontwormingsbeleid, diergezondheidsprogramma's en nog veel meer.

Kortom: de bedrijfsbegeleiding kan zo intensief zijn als u zelf wenst met als doel uw bedrijfsresultaten te optimaliseren. Neem voor meer informatie contact op met ons.

Bedrijfsgezondheidsplan & bedrijfsbehandelplan

Per 1 januari 2012 is iedere veehouder die 5 of meer runderen heeft verplicht om een één-op-één relatie aan te gaan met een geborgde rundveedierenarts. Ook dient op elk van deze bedrijven een bedrijfsgezondheidsplan (BGP) en bedrijfsbehandelplan (BBP) aanwezig te zijn. Het BGP is bedoeld inzicht te krijgen in de mogelijke oorzaken voor een verhoogd medicijngebruik op uw bedrijf, en dan met name het antibioticagebruik. Uw dierenarts zal tijdens het opstellen van het BGP met u bespreken hoe u het medicijngebruik zo laag mogelijk kunt houden, eventueel na het aanpakken van deze oorzaken.

In het BBP staat vervolgens per aandoening vermeld welke antibiotica u op voorraad mag hebben en hoe lang en in welke dosering u deze mag toedienen. Alle medicijnen die op uw BBP vermeld staan, mag u gewoon bij de praktijk bestellen, eventueel na overleg of advies met de dierenarts. Medicijnen die niet op het BBP genoemd worden, mogen niet door onze assistentes zonder tussenkomst van een dierenarts meegegeven worden.

Denkt u iets anders nodig te hebben dan wat op het BBP staat? Overleg dan altijd even met de dierenarts. Komt het vaker voor dat u medicijnen nodig heeft die niet op het BBP staan maar die wél eerste keus zijn? Bespreek dit met uw dierenarts, zodat uw BBP eventueel aangepast kan worden.

Het BGP en BBP moeten jaarlijks geëvalueerd en, indien nodig, aangepast worden. De verantwoordelijkheid voor deze jaarlijkse evaluatie ligt bij de veehouder.

Begeleiden van bestrijdingsprogramma's / diergezondheidsprogramma's

Wij werken samen met de Gezondheidsdienst (GD) bij het bestrijden van verschillende infectieziekten die op rundveebedrijven voorkomen. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan BVD, IBR, Salmonella en paratuberculose. Deze infectieziekten kunnen op verschillende manieren aan het licht komen, bijvoorbeeld na een ongunstige tankmelkuitslag, onderzoek van verwerpers, of na onderzoek van klinisch zieke dieren in een koppel.

Uw dierenarts zal u voorlichten over wat voor uw bedrijf de beste manier is om een dierziekte uit te bannen of onder controle te krijgen en in overleg met u en de Gezondheidsdienst tot een goed plan van aanpak komen.
Natuurlijk zijn er ook tal van infectieziekten waarvoor geen speciaal bestrijdingsprogramma van de GD bestaat, maar waarvoor u wel degelijk bij ons terecht kunt voor advies.

Uw dierenarts zal u begeleiden in het vaststellen van de diagnose en het maken van een plan van aanpak om de dierziekte onder controle te krijgen, toegespitst op uw specifieke bedrijfssituatie.

Noodslachting

Wanneer na het onderzoek blijkt dat (verdere) therapie om welke reden dan ook niet zinvol meer is, kan in overleg met u besloten worden tot euthanasie of afvoeren naar de slacht. In enkele gevallen bestaat er nog een derde optie: noodslachting. Bij een noodslachting wordt het dier na klinische keuring door een dierenarts, onder toezicht gedood op het bedrijf, om daarna direct naar het slachthuis vervoerd te worden. Aan deze noodslachting zijn strenge regels verbonden.

Een dier komt alleen in aanmerking voor noodslacht wanneer het een ongeval heeft gehad, bijvoorbeeld een botbreuk of spierscheuring, waardoor het om welzijnsredenen niet meer levend van het bedrijf mag worden vervoerd. Op het ogenblik van het ongeval moet het dier gezond zijn geweest en geen wachttijd meer hebben voor vlees. Tenslotte mag de tijd tussen het ongeval en het doden van het dier maximaal 72 uur bedragen.

Uw dierenarts zal het rund voorafgaand aan de noodslachting keuren, om vast te stellen of er inderdaad sprake is van een ongeval of dat er misschien toch een andere diagnose is. Dieren met koorts of andere onderliggende ziektes zullen worden afgekeurd.

Rantsoenbeoordeling & voedingsadvies

Deze vorm van advisering is ontstaan nadat steeds meer duidelijk werd dat diergezondheid nauw samenhangt met de voeding van runderen. Veel problemen die we waarnemen op bedrijven worden uitsluitend of voor een deel verklaard door suboptimale voeding. Denkt u hierbij onder andere aan cystes op de eierstokken (en daarvoor een verminderde vruchtbaarheid), melkziekte of klauwproblemen.

Op verzoek van een veehouder bekijken wij het voer op het bedrijf en rekenen we rantsoenen voor alle diergroepen na met behulp van de gegevens van de veehouder en de rantsoenuitslagen. Indien nodig bespreken we onze uitkomsten met de voerleverancier zodat we gezamenlijk tot een verbetering kunnen komen.

Aanvullend onderzoek

Bloedonderzoek

Tegenwoordig hebben wij de mogelijkheid om met een sneltest in het bloed te meten of een koe slepende melkziekte heeft. Deze test is snel en eenvoudig naast de koe uit te voeren en geeft u bruikbare informatie over de opstartfase van uw verse koeien.

In onze onderzoeksruimte beschikken wij bovendien over de mogelijkheid een aantal waardes in het bloed te meten. Wanneer een koe aan de grond ligt, kan het bijvoorbeeld heel zinvol zijn voor de therapie én prognose om het calcium te bepalen en (de omvang van) eventuele spierschade). Ook kunnen we in het bloed aanwijzingen voor ontsteking krijgen. Voor bepalingen die wij niet zelfstandig kunnen uitvoeren, sturen wij bloed op naar grotere Laboratoria, zoals Utrecht of GD Deventer.

Mestmonsters

Kalverdiarree is een probleem dat nog veel voorkomt op rundveebedrijven. Onderliggende oorzaken kunnen bacterieel, viraal of parasitair zijn. Sinds kort beschikken wij over een sneltest (let op) om eenvoudig tijdens een bedrijfsbezoek de mogelijke verwekker(s) op uw bedrijf vast te stellen. Aan de hand van de uitslag kunnen wij u een gericht adviseren over behandeling en voorkomen van problemen in de toekomst. Bij twijfel over de uitslag van de test, sturen wij het mestmonster op voor verder onderzoek.

In ons laboratorium kunnen wij de mest ook controleren op wormeieren. Wij vinden het heel belangrijk een ontwormingsbeleid te baseren op mestonderzoek, om resistentie ten gevolge van te vaak – en dus onnodig – ontwormen, tegen te gaan.

Melkmonsters

Wanneer u een koe met uierontsteking heeft, wil u natuurlijk het liefst direct behandelen en niet eerst wachten op een bacteriologische uitslag. Tóch is het zinvol vóórdat u het dier behandelt, een melkmonster te nemen en dit te bewaren in de vriezer. Het komt namelijk nogal eens voor dat een koe niet of onvoldoende reageert op de behandeling. Door dan het monster op te sturen voor bacteriologisch onderzoek, kunnen we vaak achterhalen welke bacterie de boosdoener is én voor welk ander antibioticum het dan wél gevoelig is, zodat we de therapie in de juiste richting kunnen bijstellen.

Ook van subklinische dieren (de hoogcelgetal koeien) is het waardevol melkmonsters te nemen van de aangedane kwartieren. Tezamen met de monsters van de klinische zieke dieren (de uierontstekingkoeien) krijgt u inzicht in welke bacteriën op uw bedrijf de meeste problemen veroorzaken, of deze vooral koe- of omgevingsgebonden zijn en voor welke antibiotica deze gevoelig zijn. Dit geeft u belangrijke informatie voor de aanpak van uiergezondheid op uw bedrijf. Raadpleeg voor meer informatie uw dierenarts.

Terug naar Landbouwhuisdieren