Al onze dierenartsen zijn 'geborgde rundveedierenartsen'. Wij verlenen zowel curatieve als preventieve zorg aan melk- en vleesvee, op koppelniveau en aan individuele dieren. Door regelmatig deel te nemen aan diverse nascholingsprogramma's en cursussen, blijven wij op de hoogte van de nieuwste kennis en ontwikkelingen op rundveegebied.
Hieronder kunt u lezen wat wij onze rundveehouders te bieden hebben. Heeft u naar aanleiding hiervan vragen of staat uw onderwerp er niet bij, neem dan gerust contact met ons op.
Tegenwoordig hebben wij de mogelijkheid om met een sneltest in het bloed te meten of een koe slepende melkziekte heeft. Deze test is snel en eenvoudig naast de koe uit te voeren en geeft u bruikbare informatie over de opstartfase van uw verse koeien.
In onze onderzoeksruimte beschikken wij bovendien over de mogelijkheid een aantal waardes in het bloed te meten. Wanneer een koe aan de grond ligt, kan het bijvoorbeeld heel zinvol zijn voor de therapie én prognose om het calcium te bepalen en (de omvang van) eventuele spierschade). Ook kunnen we in het bloed aanwijzingen voor ontsteking krijgen. Voor bepalingen die wij niet zelfstandig kunnen uitvoeren, sturen wij bloed op naar grotere Laboratoria, zoals Utrecht of GD Deventer.
Kalverdiarree is een probleem dat nog veel voorkomt op rundveebedrijven. Onderliggende oorzaken kunnen bacterieel, viraal of parasitair zijn. Sinds kort beschikken wij over een sneltest (let op) om eenvoudig tijdens een bedrijfsbezoek de mogelijke verwekker(s) op uw bedrijf vast te stellen. Aan de hand van de uitslag kunnen wij u een gericht adviseren over behandeling en voorkomen van problemen in de toekomst. Bij twijfel over de uitslag van de test, sturen wij het mestmonster op voor verder onderzoek.
In ons laboratorium kunnen wij de mest ook controleren op wormeieren. Wij vinden het heel belangrijk een ontwormingsbeleid te baseren op mestonderzoek, om resistentie ten gevolge van te vaak – en dus onnodig – ontwormen, tegen te gaan.
Wanneer u een koe met uierontsteking heeft, wil u natuurlijk het liefst direct behandelen en niet eerst wachten op een bacteriologische uitslag. Tóch is het zinvol vóórdat u het dier behandelt, een melkmonster te nemen en dit te bewaren in de vriezer. Het komt namelijk nogal eens voor dat een koe niet of onvoldoende reageert op de behandeling. Door dan het monster op te sturen voor bacteriologisch onderzoek, kunnen we vaak achterhalen welke bacterie de boosdoener is én voor welk ander antibioticum het dan wél gevoelig is, zodat we de therapie in de juiste richting kunnen bijstellen.
Ook van subklinische dieren (de hoogcelgetal koeien) is het waardevol melkmonsters te nemen van de aangedane kwartieren. Tezamen met de monsters van de klinische zieke dieren (de uierontstekingkoeien) krijgt u inzicht in welke bacteriën op uw bedrijf de meeste problemen veroorzaken, of deze vooral koe- of omgevingsgebonden zijn en voor welke antibiotica deze gevoelig zijn. Dit geeft u belangrijke informatie voor de aanpak van uiergezondheid op uw bedrijf. Raadpleeg voor meer informatie uw dierenarts.